Het hindoeïsme wordt wereldwijd door ongeveer 1,2 miljard mensen beoefend en is de op twee na grootste religie ter wereld. Tegenwoordig zijn mensen die het hindoeïsme beoefenen over de hele wereld te vinden, maar het is ontstaan in India en hindoes vormen tegenwoordig 80-90% van de Indiase bevolking. Het hindoeïsme heeft fascinerende gebruiken, feestelijke feestdagen en wijze leringen over het individu en het universum.
Laat de leerlingen verschillende feestdagen beschrijven en illustreren die in het hindoeïsme worden gevierd en hun belang voor de religie.
Storyboard Tekst
Navaratri
DIWALI / Divali
HOLI
Navratri betekent 'negen nachten' in het Sanskriet. Het is het feest van de vruchtbaarheid en de oogst. Het eert Durga, de hindoe-moedergodin. Navratri valt op de eerste nieuwe maan in de vroege herfst, meestal in september of oktober. Er zijn ook vier andere Navratri-vieringen gedurende het jaar. De vieringen en ceremonies omvatten kleurrijke kleding, dansen, vasten en rituelen.
Diwali is het vijfdaagse Festival of Lights en is een festival van een nieuw begin en de overwinning van goed over kwaad, licht over duisternis. Lakshmi, de godin van rijkdom, fortuin, luxe en welvaart, wordt verondersteld elk huis op Diwali-avond te bezoeken en te zegenen. Diwali is ook verbonden met het verhaal van Rama en Sita uit de oude tekst Ramayana.
Holi is ook bekend als het "Festival of Love", het "Festival of Colors" en het "Festival of Spring". Het wordt meestal gehouden in maart en betekent het einde van de winter en het begin van de lente, evenals het eren van de triomf van het goede over het kwade. Feestvierders gooien heldere kleurrijke poeders genaamd gulal, steken vreugdevuren aan, eten snoep en dansen op traditionele muziek.