In 1630, ongeveer tien jaar nadat de pelgrims naar de Nieuwe Wereld waren gereisd, maakte een groep mensen, de puriteinen genaamd, hun eigen reis vanuit Engeland. Ze reisden om een plek te vinden waar ze hun eigen kerk konden opzetten en op hun eigen manier konden runnen. Onder leiding van een man genaamd John Winthrop vestigden de puriteinen zich in de buurt van wat Boston zou worden. Ze noemden het de Massachusetts Bay Colony.
In januari 1692 begonnen de jonge Betty Parris en haar neef Abigail zich vreemd te gedragen. Ze spraken woorden die nergens op sloegen en veranderden hun lichamen in rare vormen. Betty's vader belde de dokter en er werd vastgesteld dat de meisjes betoverd waren!
De jonge meisjes zeiden dat drie vrouwen in de stad hen betoverd hadden. De vrouwen waren al niet erg geliefd bij de gemeenschap; een was een Indiaanse die waarzeggerij speelde, een was dakloos en een ging zelden naar de kerk.
Al snel waren Salem en de dorpen rond Salem in complete paniek. Mensen gaven hekserij de schuld van iets vreemds, en honderden mensen werden ervan beschuldigd heksen te zijn.
De plaatselijke puriteinse predikanten begonnen met proeven om te bepalen wie wel en niet een heks was. Er werden een aantal tests uitgevoerd op de beschuldigden, en als ze faalden, werden ze in de gevangenis gezet of zelfs vermoord.
Het publiek begon eindelijk te beseffen dat onschuldige mensen werden berecht, en de gouverneur stopte de processen in mei 1693. Degenen die in de gevangenis zaten werden vrijgelaten.