Miljoenen jaren geleden leefden onze voorouders in een heel andere omgeving dan nu. Ze kwamen grote, angstaanjagende zoogdieren tegen en moesten elke dag werken om voor voedsel en onderdak te zorgen om te overleven. Door het verleden te onderzoeken, kunnen we meer inzicht krijgen in onze relatie tot de aarde en elkaar.
PALEOLITISCHE "OUDE STEEN" LEEFTIJD 3 MILJOEN-12.000 JAAR GELEDEN
LANDBOUW
NEOLITISCHE "NIEUWE STEEN" LEEFTIJD 12.000-3.000 JAAR GELEDEN
In het oude stenen tijdperk waren de vroege mensen nomadisch. Ze trokken van plek naar plek om op dieren te jagen en voedsel te verzamelen, zoals wilde vruchten, groenten en bessen.
HOL WONINGEN
In het nieuwe stenen tijdperk werkten mensen in permanente nederzettingen en fokten of hoedden ze dieren. Ze verbouwden gewassen zoals maïs, tarwe en bonen, wat zorgde voor een stabielere voedselvoorziening.
MODDERBAKSTENEN HUIZEN ONDERSTEUND DOOR HOUT
Paleolithische mensen leefden in de monden van grotten, evenals in hutten en huidtenten. Ze maakten schilderijen op grotmuren.
STEEN, DIERLIJKE HUID, KLEINE GROEPEN
Neolithische mensen creëerden meer permanente huizen van lemen stenen of hutten ondersteund door modder en hout.
STEEN, DOEK, GROTERE GROEPEN
Paleolithische mensen maakten gereedschappen van afgebroken steen en hout. Ze waren langer en het lijkt erop dat ze langer leefden dan neolithische mensen. Ze leefden in tribale groepen van maximaal 50 mensen.
Neolithische mensen maakten stenen werktuigen die werden gepolijst en scherper gemaakt door slijpen. Ze droegen dierenhuiden en geweven kledingstukken. Ze hadden een lagere levensverwachting vanwege ziekten zoals tandholtes en tyfus. Vrouwen kregen meer kinderen en leefden in grotere groepen.