Het oude Rome was een koninkrijk, toen een republiek en uiteindelijk een rijk dat duurde van 753 v.Chr. tot ongeveer 476 n.Chr., meer dan duizend jaar! Hoewel hun ideeën en innovaties op het gebied van kunst, architectuur, techniek en politiek tweeduizend jaar geleden waren, is hun nalatenschap overal zichtbaar en beïnvloedt het ons nog steeds.
Oude beschavingen worden doorgaans onderwezen met de nadruk op de belangrijkste gebieden van: geografie, religie, prestaties, politiek, economie en sociale structuur met behulp van het acroniem DRUIVEN. Door dit acroniem te gebruiken, kunnen studenten hun bevindingen in hokjes verdelen en verschillende beschavingen vergelijken en contrasteren.
Alle gratis volwassen mannelijke burgers konden deelnemen aan grote vergaderingen. De stemmen van de rijken telden meestal meer dan de armen. Bijeenkomsten kozen magistraten en namen wetten aan. Dit was een vorm van directe democratie.
Magistraten werden gekozen en verhuisden vaak van lagere naar hogere ambten. Er waren quaestoren, Aediles, Tribunes of the Plebs en Praetors. De twee beste consuls leidden de staat, het leger en waren de hoogste rechters.
De senaat waren de rijkste en meest bekende oudere Romeinse mannen, vaak voormalige magistraten. Senatoren werden gekozen door een ambtenaar genaamd de censor. Ze hielpen wetten aan te nemen, het buitenlands beleid en overheidsgeld te controleren.